ManagerNet Magazine

over de achterkant van managen

3e jaargang nummer 3, juni 2000

Zen en vechtsport als managementinstrumenten

door Mark Molenaar

Van vermorzelen naar zelfontwikkeling

Hoe drink jij je koffie? Is het oorlog daarbuiten, in die koude zakenwereld? Dit zijn vragen die je tegenkomt als je je inlaat met Zen en martial arts voor het goed functioneren als persoon én als organisatie. Een belronde op zoek naar Zen-adepten levert een bonte variatie aan reacties op. Eén ding is duidelijk: Zen is voor iedereen en iedereen lijkt er op zijn manier zijn heil in te kunnen vinden (ook jij!).

Is zen een overblijfsel uit de late jaren zestig? Nee, anno 2000 is zen terug. Zeer gestaag verovert zenboeddhisme (weer) een plekje in Nederland. De populatie overtuigde boeddhisten van 125.000 mensen groeit elk jaar met ongeveer tien procent. Een telefoontje naar een zenklooster met de vraag of er ‘iets aan managementtraining wordt gedaan’, ontlokt gefrustreerde reacties: "Meneer, Zen is religie. Wij doen niet aan commerciële managementtrainingen maar aan levensbeschouwelijke overtuiging." Gelukkig hoef je je niet aan te sluiten bij een klooster om baat te hebben bij de kunst ‘te doen wat je op dat moment aan het doen bent, met alle aandacht die het verdient’.

Een geliefde invalshoek voor toepassing van zen in het bedrijfsleven zijn de van zen gebruik makende oosterse krijgskunsten. Vooral in Japan en in minder mate in de Verenigde Staten doen eeuwenoude boeken als Sun Tzu’s ‘The Art of War’ en Musashi’s ‘Het Boek van de Vijf Ringen’ het erg goed. Marc Trezza, vijfde dan karateka en veel geraadpleegd management consultant in New York City, baseert zijn hele consultancypraktijk op de theorie van het vechten: ‘Zaken doen is als een gevecht.’ Besluitvaardigheid, snelheid, tactiek, geduld, kracht en focus zijn de factoren die zowel in oorlog als het individuele gevecht het verschil maken tussen winnen en verliezen. Trezza betrekt zen er slechts zijdelings bij. ‘The Zen of it’ is volgens hem dat je bij het vechten niet alleen moet richten op eigenbelang, maar vooral op het bouwen van relaties.

In dat laatste kan Jerry Smit, arbo-manager bij NCM (credit management worldwide) en vijfde dan karate, zich goed vinden. Hoewel hij de twee genoemde boekwerken op zich prachtig vindt, heeft hij nogal wat bezwaren om ze te gebruiken in het bepalen van je managementstijl of bedrijfsstrategie: "Als krijger zou ik blij zijn met die boeken. Maar als manager kan ik er niet veel mee. Het is hooguit een gids om concurrenten te vermorzelen of bepaalde groepen in de organisatie op het verkeerde been te zetten. Op korte termijn misschien handig, maar op lange termijn heeft de organisatie er geen baat bij." Hij ziet de waarde van martial arts meer liggen in de omgang met medewerkers en conflicten, het behouden van overzicht en zelfbeheersing. "Natuurlijk moet je je kunnen focussen op één punt. Al je energie convergeren voor een goede impact. Maar daarnaast moet je een vrije en ontvankelijke geest hebben die niet gepreoccupeerd is met één doel. Ontvankelijkheid is belangrijker dan uitschakelen. Kwaliteiten als discipline, respect, intuïtie, inlevings- en doorzettingsvermogen train je door het beoefenen van bijvoorbeeld karate." Daarbij ziet hij de lichamelijk aspecten als een hulpmiddel. Het gaat er meer om wat er zich binnenin afspeelt. "Wat wel heel nuttig is, is het belang dat Sun Tzu in zijn boek aan zelfkennis en kennis van de ander hecht. Daar staan goede marketingstrategieën."

Aan het eind van de negentiende eeuw brak er in Japan een periode van vrede aan. Een soort van conjuncturele geweldsdepressie met als gevolg werkloosheid en frustratie voor de samoerai, de Japanse krijger die leefde voor eer, trots en overwinning. Op zoek naar een andere strijd zochten de krijgers het vooral in zichzelf. Het accent verschoof van een perfecte strijd naar de ontwikkeling van de eigen persoon, naar spiritualiteit. Daarbij werd ook gebruik gemaakt van Taoïsme (het niet hechten aan goederen of opvattingen, werkelijkheden en leerstellingen, macht en eer, leven en dood. In het Taoïsme staan het streven naar de leegte en de vernietiging van persoonlijkheid centraal.) en Shintoïsme (de mens is een onderdeel van de natuur en moet dus in harmonie met diezelfde natuur leven). Binnen de voorheen nogal gewelddadige martial arts verschoof het accent naar zelfperfectie om de zelfperfectie. Het ging niet meer om het oorspronkelijke doel, het vernietigen van de tegenstander, maar om het pad, de manier waarop men die kunst meester werd. Het gaat niet om wat je aan het eind van de weg vindt, maar om de weg zelf. Smit: "Als je de weg goed bewandelt, dan kom je toch wel tot je doel. Wat dat ook moge zijn." Die overtuiging haalt hij ook uit zijn shiatsu-achtergrond. "In de oosterse geneeskunde kunnen meerdere therapieën juist zijn, als de weg er naartoe maar juist is."

De eerder geschetste verontwaardiging van een Zenklooster over de eventuele combinatie managementcursussen en Zen kan Smit zich goed voorstellen. "Het getuigt van weinig respect als je geld probeert te verdienen aan een levensbeschouwing. Een manager zal zeker welkom zijn in zo’n klooster, maar dan als mens. Hij zal zich moeten conformeren." Ook een gewaardeerde klassieker als ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’ kan niet elke hardcore boeddhist rijmen met zijn levensbeschouwing. Zeshin van der Plas op de Suiren-Ji-website (http://users.bart.nl/~Zenzee/suiren/): ‘Wat een arrogantie is het te denken dat je het Boeddhisme kunt gebruiken voor motoronderhoud of psychoanalyse. Dat is je verschuilen achter je vaardigheden, dat wat je geleerd hebt. Uit angst voor dat wat ze werkelijk zijn verschuilen zulke personen zich achter hun gekunstelde constructies en proberen het Boeddhisme hiervoor te misbruiken.’

Ondanks zijn sympathie voor de mening van het Zenklooster gaat Jerry Smit, bezig met een eigen adviesbureau voor RSI, ziekteverzuim en seksuele intimidatie, binnenkort een onderdeel van een cursus van het trainingsinstituut voor persoonlijke ontwikkeling Firmament verzorgen. "Het is een try out. Een manager die alleen gericht is op winst, leer je niet in een week dat er meer is. Ik zal de mensen voorbereiden dat ze niet zichzelf en hun managementkwaliteiten van de ene op de andere dag kunnen veranderen. Dat zou van weinig respect getuigen voor zowel de manager als martial arts. Ik zal ze wel een paar ‘quick wins’ – goed ademen en contact maken met jezelf - leren, maar dat blijven trucjes zolang iemand niet bereid is er meer tijd in te steken. Belangrijke stelregels uit de ‘Bubishi’ (karatebijbel), zoals ‘inademen vertegenwoordigt zachtheid, uitademen karakteriseert hardheid’, ‘pas u aan aan veranderende omstandigheden’ en ‘verwacht het onverwachte’, krijgen pas waarde als ze worden toegepast."

Smit is niet pretentieus en acht zijn martial arts niet zaligmakend: "Met veel bezigheden kun je dezelfde eigenschappen trainen als bij karate. En bijna alles is Zen. Het gaat erom dat je datgene wat je doet, met al je aandacht doet. Of het nou een theeceremonie, karate of het maken van een bedrijfsstrategie is." Willem Scheepers, eigenaar van Zentrum (Zencentrum in Utrecht), is het met hem eens, hoewel hij simpele en meer of minder dagelijkse handelingen als ikebana (bloemschikken) en het inschenken van koffie (en meditatie natuurlijk), geschikter vindt voor de beoefening van Zen dan handelingen waar veel denkwerk bij komt kijken. In Zentrum brengt hij het individu de principes van meditatie bij. Daarnaast probeert Zentrum met trainingen ook bij overheid en bedrijfsleven de houding van Zen te introduceren.

Scheepers zegt veel respect te hebben voor de principiële houding van Zenkloosters: "Het is goed dat die plaatsen er zijn. Zen is een religie - zonder god - die zich bezighoudt met de meest existentiële vragen in ons bestaan. Zen noemen ze wel de grote vraag van leven en dood. Wat is de zin van het leven, van jóuw leven? Waar jouw leven over gaat bepaalt je handelen en je manier van zijn. Die zware vragen vormen dus een beginpunt. Maar je kunt heel goed aan de andere kant beginnen. Mensen komen vaak bij ons met vragen die niet religieus of existentieel van aard zijn. Die mensen kun je op een praktische manier helpen. Zen kan voor iedereen iets betekenen en is niet exclusief voor mensen die op zoek zijn naar spiritualiteit of waarheid." Scheepers ontloopt dan ook niet de ‘quick wins’. "Ik kan mensen snel iets leren. Dat neemt niet weg dat het alleen nut heeft als ze het zich eigen maken. Anders is het een truc die je snel vergeet. Zen is investeren, je leven lang."

Problemen die Scheepers veelal ontmoet in het bedrijfsleven zijn stressverschijnselen en concentratieproblemen: "Mensen missen vaak een fundamenteel gevoel van rust. Ze lopen te jagen en zijn constant bezig in hun hoofd. ‘Het houdt niet meer op,’ hoor ik vaak. Zentraining is er op gericht je te leren concentreren op wat nu van belang is. Loslaten wat even niet ter zake doet. Zo geniet je echt van je koffie of kun je optimaler werken in plaats van maximaal. Maximaal richt zich op kwantiteit, optimaal ook nog eens op kwaliteit."

Waar Jerry Smit martial arts voornamelijk geschikt denkt voor persoonlijke ontwikkeling, lijkt Scheepers het toe dat Zen ook toepasbaar is voor projectie op de bedrijfsstrategie: "Hoewel ik daar eerder een consultant voor zou nemen die kaas heeft gegeten van Zen, dan iemand die alleen verstand van Zen heeft." Hij vertrouwt dat zijn collega Rients Ritskes (Ritskes woont in Denemarken, maar komt regelmatig naar Nederland voor Zentrainingen aan bedrijven als IBM), wel toe. "Rients heeft een scherpe blik op managementprocessen. Ik denk dat dat heel goed zou kunnen werken. Zen maakt je bewust van valkuilen en vooroordelen. Veel bedrijven dragen een bril met vooroordelen, vaak nog vastgelegd in een bedrijfscultuur. Zen is een weg tot bewustzijn en bewust zijn. Het vergt een actieve houding die je in staat stelt je bril af te zetten."

 

kampioenenvoer

De beelden bij dit artikel tonen twee zeer geoefende mensen: Jerry Smit en Bregje Sijpesteijn. In de jaren ’95 tot en met ’99 heeft zij in kumite, wedstrijdkarate, in Nederland zo’n beetje alles gewonnen, was één keer derde op het WK en is twee keer Europees kampioen Shotokan geweest. Laatbloeier Sijpesteijn wilde oorspronkelijk helemaal geen wedstrijden doen. Toen ze toch een keer meedeed, ging het hopeloos fout. Sijpesteijn: "Ik was bruine band en tijdens die wedstrijd leek het wel of ik niets kon. Bijna niets van al het geleerde kwam eruit. ‘Eens maar nooit weer,’ dacht ik toen." Later is ze daar van terug gekomen: "Het doen van wedstrijden - het presteren onder stress - was een vaardigheid die ik niet onder de knie had. Terwijl het er wel bij hoort. Dat gaf de noodzaak om aan mezelf te werken; om mijn geest zo te krijgen dat mijn lichaam doet wat ik wil. Meditatie helpt daar bij. Het hoofd moet helder zijn en gefocust op één ding. Je leeft naar de wedstrijd toe, maar moet er niet vol van raken. Je moet de spanning beheersen, je energie en je zenuwen sturen. In mijn werk bij het Instituut voor Taalonderzoek en Taalonderwijs Anderstaligen (ITTA) maak ik ook gebruik van die meditatieve momenten. We doen onderzoek en geven informatie en advies aan bedrijven en scholen over geïntegreerde scholing. We verzorgen cursussen Nederlands op de werkvloer en functiegerichte communicatietrainingen (bijvoorbeeld voor werkoverleg, functioneringsgesprekken, kwaliteitszorg). Ik moet mij projecten eigen maken en er grip op krijgen vanuit mijn eigen kracht; net zoals in wedstrijden. Ik sta vaak voor groepen mensen met een zeer diverse culturele achtergrond en de combinatie concentratie en ontvankelijke geest is dan onontbeerlijk."

Over zen

 

Fotografie: Inge Hondebrink

ManagerNet Magazine Jerry Smit

Postbus 266, 5300 AG Zaltbommel Stephensonstraat 72, 2014 KE Haarlem

e-mail: info@managernet.nl e-mail: complementair.concept@planet.nl

Tel. 0418-683243 Tel. 023-5248776 Mobiel: 06-10329308